Living The Brand maakt campagne Epilepsiefonds

Hierin wordt benadrukt dat alledaagse situaties voor mensen met epilepsie alles behalve vanzelfsprekend zijn. Bij een aanval ontstaat een kortsluiting in de hersenen, waardoor het licht uit gaat.

Het Epilepsiefonds brengt met de campagne epilepsie onder de aandacht. Er heerst nog te veel onwetendheid over epilepsie. Veel verder dan ‘mensen die schokken’, komt men vaak niet. En dat terwijl de impact van de aandoening gigantisch is. Bovendien zijn mensen huiverig om te vertellen over hun epilepsie. Dit taboe wil het Epilepsiefonds doorbreken. De campagne wordt online gevoerd en kent een serie tv-commercials .

In de verschillende tv-commercials worden de schokkende gevolgen van epilepsie getoond. Hierin spelen mensen met epilepsie en hun familieleden de hoofdrol. Zo kreeg Caspar (52) op weg naar zijn werk op het station een epileptische aanval. Hij viel tussen het perron en een rijdende trein en verloor daarbij zijn been. Esmee Anne (16) kan zwemmen als de beste. Maar zonder begeleiding naar het zwembad mag ze niet. Ineke (71) kreeg epilepsie als gevolg van een hersenbloeding. Huishoudelijke zaken zijn voor haar vol risico. Zelfs koken kan heel gevaarlijk zijn.

Naast veel hogere risico's op ongevallen, verdrinking en vroegtijdig overlijden, zijn de sociaal-maatschappelijke gevolgen enorm. Kinderen worden vaker gepest op school en er bestaat meer kans op depressie. Het feit dat epilepsie niet altijd aangeboren is, maar ook op latere leeftijd kan ontstaan, is vrij onbekend. In Nederland hebben 120.000 mensen epilepsie, maar de verwachting is dat dit aantal tot 2025 groeit met 16,5%. Vooral omdat het vaker bij ouderen voorkomt. Wereldwijd lijden 50 miljoen mensen aan de aandoening.

Hoe meer mensen betrokken raken bij het Epilepsiefonds, hoe meer het fonds zich kan inzetten voor epilepsieonderzoek. Om uiteindelijk zicht op genezing te krijgen of epilepsie zelfs te kunnen voorkomen. Het Epilepsiefonds is het oudste gezondheidsfonds van Nederland en bestaat in 2018 125 jaar.