Hoe moeten we nepnieuws bestrijden?

Hoe moeten we nepnieuws bestrijden?
  • Media
  • 26 feb 2018 @ 10:57
  • Link
  • Redactie Media
    Redactie Media

    Redactie
    MarketingTribune
  • NieuwsmediaSocial mediaJournalistiekPrivacy

De roep om nepnieuws te bestrijden klinkt steeds luider. Overheden in binnen- en buitenland willen nepnieuws aanpakken, Facebook en Google hebben maatregelen aangekondigd en diverse nieuwsmedia hebben factcheckers ingesteld. Hoe kan nepnieuws bestreden worden en wie is daarvoor verantwoordelijk?

Op Marketingfacts.nl is de afgelopen weken een vierdelige artikelreeks verschenen waarin Maurits Kreijveld en Chris Aalberts hebben bekeken wat nepnieuws is en hoe factcheckers en sociale media proberen dit fenomeen aan te pakken. Afsluitend luidt de vraag hoe nepnieuws kan worden bestreden en wie daarvoor de verantwoordelijk draagt.

In het eerste deel van de serie werd duidelijk dat ‘nepnieuws’ gebruikt wordt als label om verschillende vormen van onjuiste berichtgeving aan te duiden, van feitelijke onwaarheden, bewuste leugens en propaganda tot bediscussieerbare feiten en verschillende interpretaties van eenzelfde gebeurtenis. Het is belangrijk om deze vormen uit elkaar te houden en precies aan te geven welke vorm van nepnieuws bestreden moet worden. Eigenlijk zouden alleen bewust verspreide aantoonbare onwaarheden onder deze noemer moeten vallen.

Factcheckers vaak te laat

Het tweede deel ging over de rol van factcheckers bij het identificeren van onjuiste berichtgeving. Probleem: deze checks komen achteraf, vaak met een behoorlijke vertraging en er is sprake van een willekeur of ‘bias’ in wat er wel en niet gecheckt wordt. Nog belangrijker is dat al dit handmatige werk de snelheid en het volume van de berichtgeving niet kan bijhouden. Het is onbegonnen werk om alles te controleren en lijkt meer op een achterhoedegevecht van media die ooit grote controle hadden op de productie en verspreiding van nieuws.

Het automatisch filteren van onjuiste berichten door gebruik te maken van factcheckers en kunstmatige intelligentie levert veel problemen op, zo bleek uit het derde artikel. De algoritmes blijken niet goed te kunnen omgaan met nuances, polarisatie en satire. Kunstmatige intelligentie kan hooguit zeggen of het waarschijnlijk is dat een bericht onjuist is maar geen keiharde uitspraak doen. In veel gevallen is er bovendien onvoldoende informatie beschikbaar om een betrouwbare inschatting te maken.

Ook het bijhouden van databanken met onbetrouwbare bronnen, zoals de Europese Commissie doet, levert veel fouten op: nieuwsmedia en berichten worden ten onrechte als ‘fake’ aangemerkt.

Filteren: het gevaar van censuur

Het aanpakken van nepnieuws gaat mis wanneer er geprobeerd wordt om berichten op grote schaal uit te filteren. Dit filteren betekent feitelijk keiharde censuur: in plaats van onwaarheden in een open debat en discussie naar boven te laten komen, wordt dan van tevoren al informatie weggelaten: berichten worden verwijderd uit profielen, tijdlijnen en zoekresultaten.

De filters die daarbij gebruikt worden laten geen ruimte voor een open debat, voor nuance, voor verschil van inzichten en voor pluriformiteit. Het gevaar van censuur en van een moreel imperialisme dreigt, zeker als we zien hoe fanatiek Facebook en Amerikaanse politici kijken naar mogelijkheden voor filteren gebaseerd op Amerikaanse waarden over wat netjes is. Op dat moment wordt een grens overgegaan waarbij veel verworvenheden van een vrije democratie verloren gaan. Het middel wordt dan erger dan de kwaal.

Filteren staat haaks op een ontwikkeling waarbij burgers vrij informatie willen kunnen delen via sociale netwerken en waarbij nieuws steeds meer ‘live’ wordt gemaakt, terwijl het gebeurt. Hierbij wordt nieuws, ook door de gevestigde nieuwsmedia, steeds vaker achteraf en tijdens het verspreiden, gecheckt en kan de kijker, lezer of luisteraar meebeleven wat de uitkomst wordt.

Politici praten momenteel openlijk over filteren. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Frankrijk, Engeland en Duitsland onderzoeken parlementen mogelijkheden om sociale platformen verantwoordelijk te maken voor de content die via hun netwerken wordt verspreid. Dit elders neerleggen van de verantwoordelijkheden lijkt vooral ingegeven door gemakzucht omdat de individuen en organisaties achter nepnieuws vaak ongrijpbaar zijn. Ook lijkt er sprake van aversie tegen de dominantie van Facebook, Google en Twitter.

Transparantie in berichtgeving

Er is dus geen ‘quick fix’ voor nepnieuws. Dat wil niet zeggen dat er helemaal niks gedaan kan worden. Er valt veel te winnen door journalistiek handwerk en het rapporteren door burgers te combineren met slimme algoritmen zoals Facebook, Google en Twitter die aan het ontwikkelen zijn. Hiervoor is meer samenwerking nodig tussen alle betrokkenen: nieuwsmedia, factcheckers, sociale platformen, politici en burgers.

Algoritmen kunnen helpen inschatten of een bericht mogelijk onwaar of inconsistent is en ze kunnen accounts opsporen die bewust grote hoeveelheden informatie verspreiden. Informatielabels kunnen transparantie van nieuws vergroten door aan te geven wat de herkomst van een bericht is en of het bericht betwist of tegengesproken wordt.

Gebruikers kunnen bewuster worden gemaakt van hun eigen rol in de verspreiding, zoals Facebook via een pop-upmenu vraagt of een gebruiker een mogelijk fake bericht wel echt wil verspreiden. Gebruikers kunnen ook helpen dubieuze berichten te signaleren - een mogelijkheid die nu al geboden wordt door sociale platformen maar nog weinig door nieuwsmedia.

Het aanpakken van nepnieuws lijkt op deze manier het meest op hoe er ook met spam e-mails wordt omgegaan - ‘dit bericht kan spam zijn’. Het sluit bovendien het meest aan bij het sociale gedrag waarin mensen elkaar soms ook bewust onjuiste berichten (zoals roddels en broodje-aapverhalen) doorsturen, wetende dat een ontvanger wel weet of hij het bericht met een korrel zout moet nemen.

Nieuwsmedia en factcheckers zouden gerichtere journalistiek kunnen gaan bedrijven door gebruik te maken van de analyses met algoritmen die helpen inconsistente en tegenstrijdige berichtgeving te signaleren. Zij zouden toegevoegde waarde kunnen bieden door meerdere inzichten en opvattingen met elkaar te confronteren en de lezer te laten zien hoe het debat eruitziet. Later kunnen zij ook de uiteindelijke uitkomst - als er een eenduidige uitkomst of consensus ontstaat - weergeven zoals het 8-uurjournaal dat doet.

Het is essentieel dat de gebruikte labels en algoritmen transparant zijn en ter discussie mogen worden gesteld zodat deze ook kunnen worden bijgesteld. Zoals gezegd, de analyses zouden niet moeten leiden tot filtering, maar zich moeten beperken tot informeren en transparant maken. De algoritmes van Facebook, Google en Twitter zijn nu echter niet transparant terwijl ze wel gebruikt worden om berichten in tijdlijnen en zoekresultaten te rangschikken.

Weerbare burgers

Labelen kan de verspreiding van nepnieuws remmen maar het biedt geen garantie dat het wordt gestopt. Filteren betekent censureren en gaat ervan uit dat er een eenduidige beoordeling is te maken van de waarheid een nieuwsbericht, wat vaak niet kan.

Dat brengt ons terug bij de vraag wie er verantwoordelijk is voor het bestrijden van nepnieuws. Bij een open en vrij internet hoort dat nieuws en informatie zich vrij kunnen verspreiden. Nieuwsmedia en platformen kunnen hun gebruikers helpen om relevante en betrouwbare informatie te vinden en ze een betrouwbare plaats bieden voor nieuws. Hieraan kunnen ze hun belangrijkste meerwaarde en bestaansrecht ontlenen. Ze zouden op een transparante manier moeten filteren en rangschikken zodat gebruikers kunnen kiezen. Ze zouden niet verplicht moeten worden om nieuws te gaan filteren.

De oplossing van de bestrijding van nepnieuws moet niet gezocht worden in het filteren maar in de pluriformiteit van media, die op transparante wijze informatie op verschillende manieren interpreteren, rangschikken en aanbieden.

In plaats van burgers te pamperen en ervoor te zorgen dat ze niet meer met ‘nepnieuws’ in aanraking komen, zouden nieuwsmedia en politici de burger meer moeten prikkelen en moeten helpen om weerbaar te worden, te leren omgaan met een dynamische wereld waarin nieuws voortdurend in ontwikkeling is en er altijd debat en discussie zal zijn. Dát levert een versterking op van de democratie. 

Maurits Kreijveld (Wisdom of the Crowd) is futuroloog en strategisch adviseur.

Chris Aalberts is freelance journalist.

Redactie Media

Nieuwsbrief

  • Mis niets! Schrijf je nu in voor de gratis nieuwsbrief.
  • Inschrijven

Laatste reacties

Word abonnee en ontvang:

  • ✔ 16 keer per jaar MarketingTribune Magazine
  • ✔ Korting tot wel €100,- op events

  • MarketingTribune.nl/media houdt je dagelijks op de hoogte van het laatste medianieuws, met actualiteiten, trends, achtergronden en opinies over zowel de mediakanalen zelf als de strategieën om als marketeer meer bereik te genereren.
  • MarketingTribune: meer over marketing en merken