[column] Energieprijs

Centraal in het klooster bevindt zich een markante toren. Deze is in 1561 gebouwd en diende ervoor om de monniken te beschermen tegen piraten. Een plek en een handeling vol symboliek. Zoals de kaars, symbool van hoop, van licht.
Een van de crises draait om energie, in Nederland vooral ook om energieprijzen. De prijs voor gas is hier in minder dan een jaar tijd gestegen van 86 cent naar ongeveer drie euro voor een kubieke meter. Ook de prijzen voor stroom: van circa 25 naar 67 cent nu. Schrikken dus met een variabel energiecontract of een vast contract dat tegen zijn eind loopt. Waar je als marketeer bij veel producten en diensten met kennis en kunde aan de prijsknop kunt draaien, is dat bij energie wat minder eenvoudig. Voor het oplossen van zulke megaproblemen heeft het land iets aan de denkkracht van onze creatieve sector. Tot mijn verrassing komt er zo'n goed onderbouwd idee van twee 'omdenkers' in de Volkskrant. Onder de kop Omhels Groningen, hinder Poetin en verbeter het klimaat adviseren ze: draai de Nederlandse gaskraan open.
De schrijvers zijn oud-P&G-directeur Stef Kranendijk en bestseller-auteur en Nyenrode-docent Jeroen Smit. Twee mensen met een bovenmatig gevoel voor merken, marketing en innovatie. Volgens Theodor Kockelkoren, de huidige inspecteur-generaal der Mijnen (Staatstoezicht op de Mijnen; SodM), kan minstens 12 miljard kuub aan Gronings gas veilig worden gewonnen, ontdekten ze, hoewel dit beeld intussen door SodM wordt genuanceerd.
Uit de enorme gasopbrengst kunnen in elk geval genoeg nieuwe of excellent herstelde, bevingsbestendige huizen in Groningen worden gerealiseerd. Tegelijk wordt Poetins gijzelingswapen uitgeschakeld (afsluiting gas), raakt zijn oorlogskas leeg, stabiliseert de gasprijs, kunnen de kolencentrales weer uit, wordt een crisis afgewend en gaat Europa een warme winter tegemoet. Terwijl we rustig schone alternatieven ontwikkelen.
Alleen al van zulke 'priceless' ideeën krijg je energie.

Dit is het editorial uit MarketingTribune 15, 2022, geschreven door Peter van Woensel Kooy, plaatsvervangend hoofdredacteur.