[interview] Distilleerderij Van Wees presenteert bijzonder geurboek

Zij is distillateur in Amsterdam bij familiebedrijf A. van Wees/de Ooievaar anno 1782. Geur is vaak onderbelicht in product- en merkbeleving, haar verhaal en vakvrouwschap is daarom des te interessanter voor (food)marketeers, chefs en horeca-ondernemers. 

1. Waar komt uw fascinatie voor ruiken vandaan?
Fenny van Wees: ‘Geur speelt in mijn leven een zeer belangrijke rol. Als peuter werd mij al geleerd overal aan te ruiken. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Mijn herinneringen manifesteren zich regelmatig als een parelketting van aaneengeregen geurmomenten.’

2. Klopt het dat u in de bureauwereld ervaring opdeed? Wat hebt u hiervan opgestoken?
‘Dat klopt, ik ben toen ik net van school kwam begonnen bij KVH (Kirschner Vettewinkel en van Hees, red.) dat onder leiding van Morton Kirschner toonaangevend was in die tijd. Ik doorliep er alle afdelingen en eindigde op traffic en productie. Van Kirschner heb ik geleerd kritisch te zijn op alles wat je creëert en altijd tot het gaatje te gaan. Overnieuw beginnen -tot grote frustratie van creatieve teams- en compleet het roer om als je niet tevreden bent.’

3. Je nieuwe boek is na vier jaar voorbereiding en schrijven uit: ‘De kunst van het ruiken’. Wat was hiervoor de drijfveer?
‘Mijn vak, het ambacht fijndistilleren is in Nederland onbekend. Ondanks de ruim 400 jarige geschiedenis van het distilleren in Nederland, weet bijna geen enkele Nederlander wat het ambacht inhoudt en wat het verschil is tussen branden, fijndistilleren, of producten maken langs de koude weg. Vergelijk het met denken dat melk uit een pak komt en niet van een koe. De huidige wetgeving is beperkt en toegespitst op de industrie. Daardoor is het mogelijk dat in reclame-uitingen en op verpakkingen allerlei legale onzinverhalen over distilleren en gedistilleerde producten kunnen worden verkondigd. Mijn ambacht is vorig jaar op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed geplaatst, dat is niet voor niets. Dit boekt legt uit waarom, beschrijft de bedrijfs- en familiegeschiedenis en de ontwikkeling van het ambacht vanaf de 15e eeuw en legt de verschillen tussen branden en distilleren uit. Het tweede deel van het boek betreft interviews met topchefs, sommeliers, wetenschappers en zelfs kunstenaars over geur als inspiratiebron.’

4. Waarom zouden merkenbouwers en foodmarketeers dit boek volgens u moeten kopen?
‘Omdat bezig zijn met eten, drinken of een merk op topniveau alles te maken heeft met creativiteit en de vastberadenheid om het beste van het beste te maken. Als je ergens je ziel en zaligheid in legt nemen mensen dat waar. Daarnaast wordt geur als belangrijkste component in eten en drinken voor 95 procent genegeerd, het wordt tijd dat daar verandering in komt! In mijn boek breek ik niet alleen een lans voor perfectie in het ambacht, maar ook voor geur als drijfveer.’

5. Nog speciale kersttips uit jullie portfolio?
‘Op dit moment is de Hemel op Aarde, een vloeibare kersenbonbon, een hardloper voor de zoetliefhebbers. Doorgewinterde geneverdrinkers verwennen zichzelf met het nieuwe Mirakel van Amsterdam, een genever bereid van het oergraan emer. Het ontwikkelingsproces van dit product staat uitvoerig beschreven in mijn boek.’

(PvWK)

‘De kunst van het ruiken’ is vanaf nu verkrijgbaar in alle boekwinkels en via de webwinkel www.slijterij-ooievaar.nl.