[Interview] Jos van Straten van MTC Logic: 'Duurzaamheidsbeleid levert geld op'

Van Straten is als procestechnoloog op het evenement vrijwel de enige die geen IT-achtergrond heeft . Van Straten: ‘Ik zou geen SQL-search kunnen schrijven.’

Onafhankelijke positie
Om te bepalen wat zijn software moet kunnen, heeft Teradata klantgroepen ingericht die als klankbord dienen. Van Straten is lid van de DCM Product Advisory Council. Demand Chain Management is de Teradata supply chain applicatie die goederenstromen van leverancier tot aan de consument aanstuurt. De zes bedrijven die hierin zijn vertegenwoordigd hebben een gezamenlijke retail jaaromzet van 150 miljard dollar. Van Straten licht toe:  ‘Ik ben gevraagd om hier te komen spreken door de VP development van DCM  om deel te nemen, juist vanwege mijn kennis over de bedrijfsprocessen en mijn onafhankelijke positie.’

Business eerst
Dat Van Straten hier rondloopt, en lezingen geeft, is niet zo verwonderlijk. Vic Lund, de CEO van Teradata sinds 1 mei 2016, zegt het zelf: ‘De afgelopen jaren hebben we als bedrijf onze focus te veel gericht op technologie, maar onze bestaansgrond moet zijn het oplossen van bedrijfsproblemen. De uitdagingen waarvoor grote organisaties zich gesteld zien, zijn leidend. De technologie is volgend.’ Een visie die Van Straten toepast op de leveringsprocessen van bedrijven. De business komt eerst in zijn ogen. Hiertoe heeft hij het Flow&Event framework ontwikkeld. Hij legt uit: ‘Er zijn producten waarvan – op basis van onder meer de kassagegevens – heel goed is te voorspellen hoeveel je ervan nodig hebt in welke winkel en wanneer. Dat is de ‘flow’, maar er zijn veel meer zaken dan de kassagegevens die van invloed zijn op de vraagvoorspelling. Dat is ‘event’, denk aan marketingcampagnes maar ook het opstarten van een nieuw artikel.’

Snel schakelen
Tegenwoordig is snelheid de sleutel voor succes. Daarbij komt dat de vraag niet meer alleen in de winkels ontstaat; online is een steeds belangrijker kanaal. Het laat zich raden dat het steeds lastiger is, met de toenemende tijdsdruk, de juiste voorspellingen te doen en de juiste logistiek te regelen. Daar komt de technologie van Teradata om de hoek kijken.  Van Straten: ‘Het is een kwestie van de juiste algoritmes, van het maximale uit data weten te persen en daar zijn inderdaad goede technieken voor, maar er komt meer bij kijken.Stel dat de data-analist aangeeft dat er twintig zakken drop naar de winkels moeten. En dan heeft de afdeling marketing een promotiecampagne voor die drop uitgedacht. Dat betekent dat de vraag ernaar sterk gaat toenemen gedurende de campagneperiode. Dat is ook uit te rekenen, maar dat gebeurt alleen maar als de betrokken afdelingen met elkaar praten. Inkoop, marketing, IT en logistiek moeten voortdurend met elkaar overleggen. Al te vaak zijn dat silo’s binnen een bedrijf. Dit heeft niets met technologie te maken, maar alles met management, met bedrijfsvoering. Mijn framework zorgt ervoor dat ook met die aspecten rekening wordt gehouden.’

Van Straten vervolgt: ´Wat doe je als onverhoopt blijkt dat de leverancier niet op tijd zijn container met spullen in het magazijn heeft? Terwijl marketing net een campagne wil beginnen. Ga je de campagne afblazen, uitstellen? Vraagvoorspelling kan dan wel steeds verfijnder zijn, als door omstandigheden het aanbod ontbreekt, zul je snel moeten schakelen. Je moet tijdig regelen hoe je met dit soort zaken omgaat.´

Tegengestelde belangen
Binnen bedrijven bestaan vaak tegengestelde belangen. Van Straten: ‘Een voorspelling wint aan kracht naarmate de gebeurtenis zelf in de tijd gezien dichterbij is. Kijk maar naar de weersvoorspellingen. De temperatuur van morgen is goed aan te geven; het wordt al lastig om te zeggen hoe het over drie dagen is; laat staan twee weken. Stelt dat de data scientist op grond van de beschikbare data vaststelt dat een bepaald product het beste op vrijdag 12 oktober in de winkel moet liggen. Wat doe je als de leverancier van dat product een kortingsactie heeft vanaf 18 oktober? De inkoper kiest dan voor de korting, maar gaat daarmee tegen het advies in van de data scientist. In dit soort gevallen moet er dus op directieniveau overleg plaatsvinden; vaak gebeurt dat niet.’

Van Straten komt met nog een voorbeeld: ‘De uitkomst is bijvoorbeeld twintig zakken drop. Toch gaat Inkoop voor honderd zakken drop, omdat ze kwantiteitskorting krijgen. Dat er dan later op moet worden afgeschreven, zal ze niet uitmaken, ze hebben hun winst (de korting) binnen. En die afschrijving gebeurt uit een ander potje. Ook dit is een managementkwestie: hanteer geen bonussen of ander beleid dat de logistieke processen in de weg zit.’

Beter voor het milieu
Vrijwel elke onderneming zit aan het eind van het jaar met onverkoopbare producten opgescheept. ‘Dat is een gigantische verspilling. Met betere forecasting en samenwerking tussen de diverse bedrijfsonderdelen is die verkwisting sterk terug te dringen. Dat is beter voor het milieu, maar ook beter voor het bedrijf; een win-win situatie’, meent Van Straten.

Gaat dit gebeuren? Hij is hoopvol. ‘Er is meer aandacht voor dit onderwerp. De top binnen een organisatie heeft er zeker oog voor, maar het is zaak dat dit binnen de gehele onderneming speelt. Bedrijven mogen dan beschikken over steeds meer data; het gaat er uiteindelijk toch om wat je ermee doet.’

  Jos van Straten