Interview: Teun Gautier over zijn vertrek bij De Groene

Gautier doet zijn uitspraken voor de camera van digitale trendwatcher Vincent Everts, die met grote regelmaat mensen uit marketing en media interviewt. Hij blikt niet om in wrok over zijn vertrek en benadrukt dat het uitstekend gaat met De Groene, zowel qua organisatie, abonneebestand als interesse van adverteerders.

Volgens Gautier was hij als statutair directeur bevoegd om het geldbedrag ter beschikking te stellen, maar ontstond er feitelijk een fundementele discussie over de rol van directie en raad van toezicht. ‘Ik vond en vind dat een uitgever een rol heeft in het publieke debat en dat vond de raad van toezicht minder.’

Gautier: ‘Als je het nu na drie weken bekijkt, zie je dat er een andere dynamiek zit tussen iemand die operationeel verantwoordelijk is voor een besloten vennootschap en mensen die daar toezicht op houden. Dat is een andere dynamiek, met andere verantwoordelijkheden en andere perspectieven. Ik denk dat je eigenlijk moet constateren – en dat is een boeiende governance-discussie – dat zulke relaties na verloop van tijd onder druk komen te staan.’

In het interview zegt Gautier de principiële bezwaren tegen zijn deal met De Roy van Zuydewijn te ‘begrijpen en respecteren’. Bovendien ligt kritiek op het koningshuis volgens hem altijd gevoelig, maar dat was nog geen reden het boek niet te steunen. ‘Ik vond dit nodig en was niet bezig met het redden van mijn eigen hachje.’

Over zijn toekomst denkt Gautier nog na. Hij neemt in ieder geval zijn successen met De Groene mee. Over de oplagegroei van zijn voormalige geesteskind zegt hij: ‘Je moet een onderscheid maken tussen je product en je propositie. Veel mediabedrijven hebben de innovatie gezocht in distributie, in multichanneling. Het gaat erom dat je een onontkoombare inhoudelijke propositie kunt maken voor je lezersgroep. Het antwoord zit helemaal niet in de strikt technische innovatie. Een blad als Nieuwe Revu gaat niet ten onder door de crisis en internet, maar omdat het niet in staat is gebleken om ook in deze nieuwe tijd een compelling propositie te maken.’