Madeleine van Lennep (BNO): 'Het uitschrijven van onbetaalde pitches is fnuikend voor het vak'

Vandaag uw eerste werkdag, hoe ziet uw agenda eruit?

Ik ga me installeren op de werkplek, uitwisselen met mijn nieuwe collega's, word bijgepraat over praktische en inhoudelijke zaken en heb in de vroege avond een vergadering met het Dagelijks Bestuur van de BNO.

Naar welke afspraak kijkt u het meest uit?

Beginnen in een nieuwe baan betekent beginnen met nieuwe collega's, met het team waarmee je samen de klussen gaat klaren. Dat staat dus voorop wat mij betreft. Daarnaast komt het mooi uit dat er deze eerste dag direct een bestuursvergadering is, want daar komen de essenties en urgenties vanuit bestuurlijk perspectief op tafel. 

Wat wilt u als directeur van BNO vooral bereiken?

Dat alle aangesloten ontwerpers en ontwerpbureaus de BNO ervaren als effectieve en inspirerende beroepsorganisatie, onmisbaar voor hun praktijk en de ontwikkeling van het ontwerpvak. Dat degenen die nog geen lid zijn dat om die redenen graag willen worden. En dat we, met andere relevante spelers, de voorwaarden rond het ontwerpvak weten te verbeteren. Kwesties rond duurzaamheid, technologie, vergrijzing en mondialisering vragen immers om oplossingen waarop juist ontwerpers worden aangesproken. Dus moeten ze hun vak optimaal kunnen uitoefenen.

Waar staat BNO in uw ogen nu en waar wilt u naartoe?

De BNO is een professionele en betrouwbare speler die al veel heeft bereikt. Dat wordt gezien en gewaardeerd, zo heb ik gemerkt. Toch zullen we er de komende periode hard aan moeten trekken; de recessie raakt onze leden en dat heeft zijn weerslag op de BNO. Ledengroei is een van de prioriteiten, in diverse categorieën, waaronder die van de geassocieerde leden (geen ontwerpers of ontwerpbureaus maar mensen die op andere wijze van belang zijn voor het ontwerpvak). Voorts wil ik benutten dat de creatieve industrie door de regering is aangemerkt als één van Nederlands topsectoren. Dat moet resulteren in concrete mogelijkheden en resultaten.

Vindt u dat het ontwerpvak voldoende op waarde wordt geschat door het bedrijfsleven?

Lang niet altijd, en dat is zonde. Het uitschrijven van onbetaalde pitches bijvoorbeeld is fnuikend voor het vak: professionals dienen betaald te worden voor geleverd werk. Veel bedrijven zijn echter onervaren als opdrachtgever, vaak zelfs maar eenmalig actief in die rol. Bewustzijn rond het ontwerpvak loont echter enorm, een professioneel proces tussen bedrijf en ontwerper leidt namelijk tot succesvoller ontwerpen en dat leidt weer tot een betere performance van producten en diensten. Dat heeft onderzoek aangetoond en je bent dus gek als je dat laat liggen. Een bedrijf als Heineken heeft dat goed begrepen en werkt effectief samen met uiteenlopende ontwerpers.

U heeft bij uw aanstelling gezegd: ‘We (de creatieve industrie, red.) zijn voor economie en samenleving een onmisbare kracht en inspiratiemachine. We zullen alle denkbare spelers voortdurend trachten te verleiden om gebruik te maken van het enorme creatieve en innovatieve potentieel dat ons land rijk is. De BNO fungeert daarbij als wegbereider en als wegwijzer.’ Hoe gaat u het bedrijfsleven en vooral marketeers, vaak de opdrachtgevers van ontwerpers, concreet verleiden om gebruik te maken van het creatieve potentieel?

Ontwerpers en ontwerpbureaus zetten (potentiele) opdrachtgevers vaak zelf al op het goede spoor met briefingtools etc. De BNO biedt handreikingen voor opdrachtgevers, informeert via haar website en werkt mee aan informatieve en inspirerende evenementen als het congres Marketing en Design. Wij peilen regelmatig welke instrumenten het beste werken, zijn in dialoog met relevante partijen en ontvangen graag feedback.

Kunt u iets zeggen over de kwaliteit van het opdrachtgeverschap 'in zijn algemeenheid'?

Goed opdrachtgeverschap komt niet zomaar aanwaaien. Lering en ervaring tellen, zoals bij alles. Hoe beter de relatie tussen opdrachtgever en ontwerper, hoe beter het resultaat. Nederland kan bogen op een unieke geschiedenis als het gaat om goed opdrachtgeverschap. Daaruit zijn ontwerpiconen voortgekomen en succesvolle producten en praktijken. Als ook de huidige opdrachtgevers en marketeers de potenties van het ontwerpvak maximaal aanwenden dan leidt dat tot win-win situaties. Denk aan de manier waarop de HEMA zich al jaren positief onderscheidt, aan de huisstijl van de SP en brands als Grape District en The Coffee Company. Een heel actueel voorbeeld is de citydressing van de stad Amsterdam ter gelegenheid van de koninklijke inhuldiging.

U kunt nu iets zeggen tegen marketerend Nederland, wat is uw boodschap?

Handel professioneel! Dat betaalt zich uit, want levert namelijk de kwaliteit waar je naar op zoek bent. Investeer in de relatie met ontwerpers. Dat levert oneindig meer op dan oppervlakkige vluggertjes.

Foto: Jochem Jurgens