[column] IoT in je huis: Ikea weet hoe het moet

Slim is het nieuwe normaal
Met twee Sonos-speakers en wat smart lights zag ik mezelf deze week Ikea uitlopen. Al kwam ik voor wat doorsnee kantoorartikelen zoals opbergbakken en een kabelrails, de verleiding was te groot om voorbij te lopen aan de smart home-afdeling. De prijzen zijn aantrekkelijk, de installatie kinderlijk eenvoudig, ‘dus waarom niet’, dacht ik waarschijnlijk.
Het is boeiend om te zien dat slimme oplossingen voor in huis nu echt het nieuwe normaal zijn geworden. Dat je ineens vindt dat je elke lamp moet kunnen dimmen met je telefoon en dat je natuurlijk de temperatuur in je huiskamer wilt kunnen aanpassen wanneer je op kantoor bent.
Vorig jaar had al bijna 60% van de huishoudens in Nederland één of meerdere met het internet verbonden apparaten in huis met een waarde van meer dan 5,2 miljard euro (bron: Smart Home Monitor Multiscope). En de groei is er nog lang niet uit.

Stuk van de taart
Het aantal bedrijven dat met smart oplossingen een plekje wil veroveren in onze huizen is enorm. Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van alarmsystemen voor je huis. Vergeet het oude idee van een alarmsysteem dat afgaat als er een inbreker is. De IoT-mogelijkheden binnen deze productgroep lijken onbegrensd en brengen een alarmsysteem naar een veel breder begrip van ‘thuisveiligheid’.
Zo zijn alarmsystemen bijvoorbeeld steeds vaker uitgerust met rook- en brandmelders en geven ze je inzicht in het koolstofmonoxide-gehalte in huis. Maar het gaat verder. Sommige systemen kun je ook connecten met je smart speakers, laten je vanaf je luie stoel bekijken wie er voor de deur staat, zorgen dat je vanaf je mobiel je deuren op slot kan doen en houden je fiets in de gaten.
Dezelfde ontwikkeling zie je bij andere makers van consumentenelektronica zoals muziekdragers (speakers), tandenborstels, babyfoons, energiemeters en e-bikes.

Het echte voordeel
Dat iets technisch kan, betekent nog niet dat consumenten er heel blij van worden. De frustraties in reviews over smart producten zijn legio. Dat bijvoorbeeld je fiets niet op slot gaat omdat je er te dicht bij in de buurt bent met je telefoon, dat je wordt afgeluisterd via je smart speaker, dat het energiebedrijf nu precies weet wanneer je op vakantie bent, dat je kan worden gehackt. Of dat je apparaten wel met elkaar zou willen laten communiceren, maar dat niet kunnen. Bovendien, als het internet uitvalt, dan heb je wel echt een probleem.
De voordelen van slimme apparaten lijken echter duidelijk op te wegen tegen de nadelen, getuige het feit dat we en masse deze producten blijven aanschaffen.
Om jouw slimme apparaat overtuigend aan de man te brengen, zie je bedrijven nog vaak stoeien met het formuleren van de propositie: wat benoemen we nu als voordelen en welke voordelen wegen het zwaarste voor de consument? Met welke features leveren we nu echt waarde voor de consument?
Er zijn verschillende manieren om hier waardevolle inzichten over op te halen. Vaak wordt gestart met kwalitatief onderzoek om de doelgroep beter te leren kennen en de percepties ten aanzien van de categorie en producten hierbinnen in kaart te brengen. Op basis hiervan worden mogelijke functionele en emotionele feature voordelen (benefits) benoemd. In een Feature Value Test wordt vervolgens gevalideerd welke ‘feature-benefit’ combinaties het meest worden gewaardeerd en het meest motiveren om over te gaan tot een aankoop. In combinatie met inzichten van de optimale prijs kan de propositie worden gebouwd.

Ecosysteem is het toverwoord (niet meer)?
Nu hebben individuele producten elk zo hun voordelen voor de gebruiker, maar het kunnen connecten van al die producten in een hub is nog idealer. Zo kun je vanuit waar-je-ook-bent je ‘hele huis’ bedienen met je telefoon.
Door als merk productecosystemen te bouwen die naadloos op elkaar aansluiten, zorg je dat meer producten van jouw merk worden gekocht. Als consument word je als het ware gedwongen om weer hetzelfde merk te kopen wil je de ultieme domotica-ervaring in huis halen. Dit kan ongemakkelijk voelen, al zijn er ook voldoende consumenten die het idee van alles-van-één merk juist prettig vinden. De UX sluit naadloos van bijvoorbeeld je iPhone, Airpods en je iPad aan. En bovendien zien ze er als ‘setje’ als geheel mooi uit.
Met de net gelanceerde smart home connectivity-standaard Matter wordt de noodzaak van het hebben van een single brand ecosysteem voor consumenten echter minder belangrijk. Matter belooft dat je smart apparaten ‘cross platform’ – dus van welk merk dan ook - met elkaar kunt laten communiceren. Denk aan een Google Nest Hub die een Eve Energy smart plug kan bedienen of een Wiz-lamp die samenwerkt met Apple Home.
Ikea gaat zijn Dirigera ‘smart hub’ compatible maken met Matter. Ook Apple, Amazon, Google en Samsung gaan Matter toepassen. En bijna iedereen in de smart home business lijkt ‘supports Matter’ op hun producten te willen zetten.
Bij de eerste release van Matter op 3 november 2022 werd al gezegd ‘Matter is een journey’. Ze staan nog aan het begin, het is toch nog wat gedoe, is toch nog niet zo makkelijk als het lijkt. Voor we met z’n allen écht de voordelen kunnen ervaren van deze nieuwe innovatie, gaan er nog wat maanden overheen. Of jaren.
Neemt niet weg dat het idee mooi is. Het geeft je tenslotte alle vrijheid om slimme producten te kopen van je favoriete merken in elke productcategorie.

Phoe, dat lucht op.