[onderzoek] Gen Z vraagt om nieuw werkmodel

Uit het onderzoek blijkt dat 40% van Gen Z het best presteert wanneer zij kunnen werken op de plek die hun productiviteit ondersteunt. Meer dan de helft van de hybride werknemers (52%) ziet dat jonge collega’s behoefte hebben aan flexibelere en logischer ingerichte werkmodellen. Daarmee groeit het belang van hybride beleid dat keuzevrijheid combineert met duidelijke kaders. Zoals een woordvoerder toelicht: ‘Flexibiliteit vormt voor deze generatie de standaard, niet de uitzondering.’

Voor Gen Z gaat de werkplek verder dan een locatie, volgens de onderzoekers. Uit de data blijkt dat 55% actief op zoek is naar manieren om hun werk betekenisvoller te maken binnen een hybride model. Daarnaast zegt 40% dat hybride werken hun levenskwaliteit verbetert. Het model versterkt ook de onderlinge samenwerking: 64% geeft aan dat hybride beleid eraan bijdraagt dat collega’s elkaar vaker persoonlijk ontmoeten. ‘Hybride werkvormen spelen een rol in het versterken van verbondenheid,’ is de toelichting bij het onderzoek.

Tegelijk ontstaat een minder zichtbare dynamiek: Gen Z werkt vaker asynchroon en blijft langer online. Zo communiceert 56% van hen tijdens de lunch, 16% laat op de avond, en zegt slechts 12% nooit buiten kantoortijd te reageren. 36% geeft aan moeite te hebben om mentaal af te schakelen, terwijl 41% thuis sneller reageert om te laten zien dat ze aan het werk zijn.

Nabijheid speelt daarbij een belangrijke rol. Van de 18–24-jarige respondenten zegt 36% dat een flexibele werkplek dichter bij huis stress zou verminderen; 50% vindt dat een lokale werkruimte helpt om duidelijkere grenzen te trekken tussen werk en privé.

Mark Dixon, founder en CEO van IWG, zegt: ‘Gen Z zoekt naar betekenisvolle flexibiliteit, dichter bij huis in verbondenheid met anderen en gericht op duurzame prestaties.’

De onderzoeksdata suggereren dat werkgevers hun modellen kunnen aanpassen om jong talent beter te binden én te behouden. De enquête is uitgevoerd door Mortar Research in oktober 2025. Mortar is geaccrediteerd door de Market Research Society (MRS) en het onderzoek volgde de richtlijnen van de MRS en de AVG.

foto: Mariia Zakatiura | Unsplash